De diëtist helpt bij koemelkallergie

Vrouw die melk afwijst

Koemelkallergie is de meest voorkomende voedselallergie bij zuigelingen. 2 tot 3% van de kinderen heeft in het eerste levensjaar een koemelkallergie.

Koemelkallergie komt vooral voor bij zuigelingen, doordat het maag-darmkanaal bij hen nog niet helemaal ‘af’ is. De darmwand is dan net een filter waarvan de gaatjes te groot zijn. Zo komt er koemelkeiwit in het bloed nog voordat het helemaal is afgebroken. Het lichaam kan deze brokstukken zien als vreemd en ongewenst.

Vaak verdwijnt de koemelkallergie vanzelf. Iets meer dan de helft van de kinderen met een koemelkallergie verdraagt rond de eerste verjaardag alweer koemelk. En meer dan 90% verdraagt koemelk op vierjarige leeftijd.

Koemelkallergie komt in het ene gezin meer voor dan in het andere. Kinderen met minstens één ouder of broertje of zusje met een aangetoonde allergische aandoening zoals hooikoorts, astma of eczeem, hebben een verhoogde kans.

Klachten bij koemelkallergie zijn onder te verdelen in vier groepen:

  • Huidklachten: jeuk, eczeem, galbulten of oedeem;
  • Maag-darmklachten: braken,misselijkheid, buikpijn, diarree of obstipatie;
  • Luchtwegklachten: astma, bronchitis of neusklachten;
  • Overige klachten: weigeren van fles- of borstvoeding, groeiachterstand, ontroostbaar huilen (huilbaby), onrust, gedragsklachten of een anafylactische shock.

Vaak is er sprake van meerdere klachten. De ernst van de klachten kan verschillen.

Bij een koemelkallergie moeten koemelk en flesvoeding op basis van koemelk vermeden worden.

Geef je borstvoeding? Dan kan het nodig zijn een koemelkvrij dieet te volgen. Borstvoeding kan de kans op ernstige allergische klachten overigens wel verkleinen.

Krijgt je kindje flesvoeding? Flesvoeding op basis van sterk gehydrolyseerd eiwithydrolysaat is geschikt bij een bewezen koemelkallergie. Kinderen met een verhoogd risico op koemelkallergie kun je hypoallergene voeding op basis van partieel gehydrolyseerd eiwithydrolysaat geven.

Andere vervangende voeding voor de baby, zoals sojavoeding of andere melksoorten, worden sterk afgeraden.

Als je vermoedt dat je kindje een koemelkallergie heeft, kun je dit allereerst bespreken met je huisarts of consultatiebureauarts. Zij kunnen je verwijzen naar een kinderarts voor bijvoorbeeld een provocatietest. Soms word je direct verwezen naar een diëtist.

Een diëtist kan assisteren bij het stellen van de diagnose, maar komt meestal pas in zicht als de diagnose al gesteld is. De diëtist kan je bijvoorbeeld begeleiden als je borstvoeding geeft of als je kindje toe is aan vast voedsel.

Het is belangrijk om vast voedsel voorzichtig te introduceren. Als je kindje allergisch is voor koemelk, is de kans namelijk aanwezig dat hij of zij ook allergisch reageert op andere voedingsmiddelen. De diëtist kan je adviseren welke voedingsmiddelen je op welke leeftijd en in welke volgorde kunt geven.

Tot slot kan de diëtist een machtiging voor vergoeding van de specifieke kunstvoeding aanvragen. Dit is alleen mogelijk als de koemelkallergie daadwerkelijk bewezen is.

  • Als je kindje een bewezen koemelkallergie heeft;
  • Als je bij je kindje een koemelkallergie vermoed en dit wilt laten onderzoeken;
  • Als je kindje (met koemelkallergie) ongeveer 4 maanden oud is en je wilt starten met bijvoeding;
  • Als je borstvoeding geeft en je een koemelkvrij dieet wilt volgen;
  • Als je zwanger bent en je wilt weten hoe je de kans op een (koemelk)allergie kunt verkleinen.